maandag 16 juli 2012

Honkbal, vriendschap en een vleugje Melville


Dit is typisch zo’n boek dat door de titel enigszins misleidend is. Ook in de pers en de wandelgangen werd dit boek toch wel als honkbalroman aangeduid. Niets bleek minder waar. Natuurlijk speelt honkbal een rol, maar als je, net als ik, volslagen onbekend met de sport bent, is dit absoluut geen belemmering om van het boek te genieten.
Mike Schwartz, football- en honkbalspeler aan het Westish College, leert Henry kennen tijdens een pot honkbal. Schwartz is allesbehalve onder de indruk als Henry het veld op komt. Zo’n schriel ventje, dat wordt een makkelijke winst. Niets blijkt minder waar. Henry is namelijk een natuurtalent van een korte stop. Met akelige accuratesse weet hij waar de bal zal belanden en soepel vangt hij alles wat in zijn richting komt. Schwartz is diep onder de indruk en besluit dat Henry zijn team een grote kans geeft op het winnen van het seizoen. Schwartz haalt Henry, voor wie honkbal als ademen is, over om aan Westish College te komen studeren en honkballen.
Henry vindt het geweldig dat hij geselecteerd is voor een College team en aarzelt dan ook geen moment om naar Westish College te gaan. Eenmaal daar aangekomen, komt hij in een voor hem totaal vreemde wereld terecht. Zo is daar zijn kamergenoot Owen, de enige homoseksuele speler in het team, met een aan smetvrees grenzende schoonmaak- en opruimmanie. Owen is verder een relaxte jongen, die Henry wegwijs maakt op het College. Zodra het honkbalseizoen begint, krijgt Henry pas echt het gevoel dat hij op zijn plek is.
Owen is de lezer van het team. Al lezend zit hij in de dug-out zijn slagbeurt af te wachten. Verder houdt Owen zich bezig met het milieu en valt tijdens een vergadering met de rector van Westish over het milieuvriendelijk maken van het College voor deze charmante man.
Rector Guert Affenlight valt ook als een blok voor Owen. In het geheim houden ze er een affaire op na. Deze wordt iets gecompliceerd wanneer Pella, de dochter van de Affenlight, na een mislukt huwelijk weer bij haar vader intrekt. Affenlight wil zijn relatie met Owen aan haar opbiechten om zo de vader-dochter band te verstevigen, maar kan de moed niet vinden.
Pella wordt ondertussen verliefd op Schwartz, de aanvoerder en moederkloek van de Westish Harpooners. Een moederkloek van reusachtige proporties, met kapotte knieĆ«n, dodelijke blik en een voorliefde voor filosofie en Emerson. Dat dan weer wel. 
De levens van deze vijf zeer sympathieke mensen raken meer en meer vervlochten. Henry’s plotselinge blokkade op het veld, is een katalysator die het verhaal naar een groots en meeslepend slot brengt.

Het mooie aan dit verhaal is dat alle hoofdpersonen hun eigen hebbelijkheden en onhebbelijkheden hebben. Het ene moment wil je ze wel door elkaar schudden, het volgende moment weten ze je diep te raken.
In deze roman ook een flink aantal verwijzingen naar Herman Melville en zijn roman Moby Dick. Ik dacht dat ik zo'n beetje alle verwijzingen wel had ontdekt, maar niets bleek minder waar. Melville komt in De kunst van het veldspel voorbij als zesde hoofdpersoon, aangezien Westish College ooit eens door hem bezocht is. Het College ontleent hieraan een beeld, de vernoeming van het sportteam, dat The Harpooners heet en haar status. Ook in dit geval: geen Melville kennis vereist om te kunnen genieten.